Op 21 mei 2019 is het wetsvoorstel herziening partneralimentatie aangenomen door de Eerste Kamer. De nieuwe wet treedt op 1 januari 2020 in werking. In hoofdlijnen betekent dit dat het maximaal aantal jaren waarvoor partneralimentatie geldt, wordt ingekort van 12 jaar naar 5 jaar. Daarnaast wordt het belastingvoordeel over partneralimentatie in stappen afgebouwd van maximaal 51,75% naar 37,10%. Het betalen van partneralimentatie wordt dus duurder. Daarnaast hebben deze wijzigingen veel “bijwerkingen” waar nauwelijks aandacht voor is geweest. In dit artikel geef ik uitleg over de wetswijzigingen en de (neven)effecten.
Partneralimentatieduur vanaf 2020
Om alimentatiegerechtigden te stimuleren in hun “economische zelfstandigheid” heeft de nieuwe wet zijn uiteindelijke vorm gekregen. Door de maximale looptijd van partneralimentatie te verkorten verwacht de wetgever dat alimentatiegerechtigden sneller weer financieel onafhankelijk van de ex-partner zullen zijn. De wetgever verwacht daarbij ook dat het aantal alimentatie (herzienings)procedures zal afnemen.
Uit de nieuwe wet per 2020 volgt een nieuwe partneralimentatieduur van maximaal de helft van de duur van het huwelijk met een maximum van 5 jaar. Er gelden een aantal uitzonderingen, die in een handig stroomschema zijn opgenomen (klik hier voor het schema):
- Als het huwelijk langer dan 15 jaar heeft geduurd en de alimentatiegerechtigde binnen 10 jaar de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt, dan eindigt de partneralimentatie op het moment dat de alimentatiegerechtigde de AOW leeftijd bereikt;
- Als het huwelijk langer dan 15 jaar heeft geduurd en de alimentatiegerechtigde is geboren vóór of op 1 januari 1970, dan eindigt de partneralimentatie na 10 jaar;
- Als er kinderen uit het huwelijk zijn geboren dan eindigt de alimentatieverplichting niet eerder dan op het moment dat het jongste kind 12 jaar wordt.
Download kosteloos mijn e-book: "Alles over scheiden"
er worden geen gegevens van u gevraagd. Download e-book
Scheiding na 2020
Voor de vaststelling van de alimentatieduur is het van belang op welk moment het verzoek tot echtscheiding bij de rechtbank wordt ingediend. Als het verzoek nog in 2019 is ingediend geldt de wetgeving 2019 (dus maximaal 12 jaar alimentatie) en als het verzoekschrift wordt ingediend na 1 januari 2020 dan geldt de nieuwe wetgeving (dus maximaal 5 jaar alimentatie).
Partneralimentatie en belasting 2020
Een belangrijke belastingwijziging is, dat voor alimentatieplichtigen met een hoog inkomen, met ingang van 1 januari 2020 het belastingvoordeel over partneralimentatie wordt verlaagd. Het gaat daarbij om inkomens waarbij het belastbaar inkomen in de hoogste tariefschrijf valt. Tot en met 2019 bedraagt het belastingvoordeel over de alimentatie 51,75%. Vanaf 2020 zal het belastingvoordeel in stappen afnemen naar 46% in 2020 tot 37,10% in 2023. In de tussenliggende jaren wordt het voordeel steeds met 3% verlaagd. Kortom, het betalen van partneralimentatie wordt dus duurder.
Alimentatiewijzigingen vanaf 2020
Een flink aantal alimentatieplichtigen krijgen dus last van de fiscale wijzigingen. Deze wijzigingen vallen onder wetsartikel 1:401 BW en kunnen dus leiden tot een herziening van de overeengekomen of opgelegde alimentatiebedragen. Immers, door het lagere belastingvoordeel over partneralimentatie daalt ook de draagkracht van de alimentatieplichtige. Aan de andere kant wordt de aftrekbeperking (voor een deel) gecompenseerd met een verlaging van de inkomstenbelasting en worden de algemene heffingskorting en de arbeidskorting verhoogd.
Deze maatregelen samen betekenen dus niet automatisch, dat iedere alimentatie hoeft te of kan worden aangepast. In herzieningsprocedures wordt gekeken naar de huidige situatie van partijen, dus alle inkomsten en uitgaven die op het moment van herziening gelden. Een heel gedoe dus, zeker als de partners niet in pais en vree uit elkaar zijn gegaan. In die situatie moet je dan een herzieningsprocedure starten waarvan de uitkomst erg onzeker is. Zeker als de inkomsten en uitgaven van de ex-partner onbekend zijn. Dan blijft het gissen hoe de financiële situatie van de ex-partner eruit ziet en kun je geen goede inschatting maken of het starten van een herzieningsprocedure zal leiden tot een lagere alimentatie.
Vragen?
Voor alimentaties die in overleg (mediation) overeen zijn gekomen, kunnen de ex-partners met elkaar overleggen om eens te laten herrekenen of de overeengekomen alimentaties nog voldoen aan de wettelijke maatstaven. Voor de goede orde, bij een herziening van de partneralimentatie die voor 1 januari 2020 is overeengekomen of opgelegd, geldt niet dat daarvoor de nieuwe -kortere- alimentatietermijn gaat gelden.
Bijwerkingen van de wetswijzigingen
Het verlagen van het belastingvoordeel over betaalde partneralimentatie zou een financieel voordeel moeten opleveren voor de overheid. Als scheidingsbegeleider met een financiële en fiscaal-juridische achtergrond zie ik dat anders. Als eerste geldt dat de belastingaftrekbeperking (voor een deel) gecompenseerd wordt met een verlaging van de inkomstenbelasting. Daarnaast zal het verlagen van het fiscale voordeel over betaalde partneralimentatie leiden tot de nodige herzieningsprocedures.
Als de uitkomst van een herzieningsprocedure is, dat de partneralimentatie wordt verlaagd, zal dat betekenen dat de toeslagen die de alimentatiegerechtigden ontvangen zullen toenemen. Die toeslagen, waaronder kindgebonden budget, huurtoeslag, zorgtoeslag et cetera, worden ook door de overheid betaald. Het kan ook zo zijn dat, door het lager worden van de partneralimentatie, de alimentatiegerechtigde een beroep moet doen op aanvullende bijstand, die ook wordt voldaan door de overheid. Het is dan ook maar zeer de vraag of deze wijzigingen voordelig zijn voor de schatkist.
Daarbij komt dat er een groot tekort is aan betaalbare huurwoningen. Veel partners die gaan scheiden hebben een koophuis met de nodige overwaarde. In de mediation praktijk zie je vaak dat de scheidende partners het gezamenlijke koophuis verkopen, de opbrengst verdelen en met die opbrengst ieder op zoek gaat naar een goedkoper koophuis. Dit omdat een huurhuis niet te krijgen is. Als daarvoor een hypotheek nodig is, wordt bij de beoordeling van een financieringsaanvraag gekeken naar het inkomen van de aanvrager.
Naast het arbeidsinkomen wordt ook het inkomen uit partneralimentatie meegeteld voor het beoordelen van een hypotheekaanvraag. Dat kan alleen als de overeengekomen of opgelegde partneralimentatie een looptijd heeft van 10 jaar of langer. Omdat de wetgeving tot 2020 standaard uitgaat van een alimentatietermijn van 12 jaar, kon in veel gevallen door de alimentatiegerechtigde een eigen koophuis worden gefinancierd tegen hypotheeklasten die aanzienlijk lager waren dan de huur van een eventuele huurwoning. Vanaf 2020 geldt voor veel alimentatiegerechtigden een partneralimentatietermijn van minder dan 10 jaar. Dit betekent dus, dat alimentatiegerechtigden veel minder kansen hebben om een hypotheek te kunnen krijgen voor een eigen koophuis. In mediation zaken kan dit probleem worden besproken en kan er worden gezocht naar oplossingen. Zo kan worden overwogen om de partneralimentatie die de alimentatiegerechtigde zal gaan ontvangen over bijvoorbeeld 5 jaar, uit te smeren over 10 jaar om zo dat inkomen te kunnen laten meetellen voor de aanvraag van een hypotheek. Ik kan u daarin adviseren.
Wat betekent dit voor u?
Dat de wetgever heeft gekeken naar de maatschappelijke ontwikkelingen en daar de alimentatiewetgeving op heeft aangepast is te begrijpen. Dat de overheid het belastingvoordeel over partneralimentatie verminderd kan ik ook volgen. Aan de andere kant vraag ik me af, of de overheid bij deze maatregelen heeft nagedacht over wat het effect is in de praktijk. Want die gevolgen kunnen aanzienlijk zijn en het zal leiden tot veel onrust.
Als u zich afvraagt wat deze wijzigingen voor u betekenen, neemt u dan contact met mij op.
Download kosteloos mijn e-book: "Alles over scheiden"
er worden geen gegevens van u gevraagd. Download e-book