In artikel 1:114 BW staat: “Huwelijkse voorwaarden kunnen zowel door aanstaande echtgenoten voor het sluiten van het huwelijks als door echtgenoten tijdens het huwelijk worden gemaakt”. Bij het opstellen van huwelijksvoorwaarden, wordt in wezen de gemeenschap van goederen buiten spel gezet.

De meeste huwelijkse voorwaarden kennen bepalingen die betrekking hebben op hoe om te gaan met het vermogen van de echtgenoten. In hoofdlijnen zijn 3 soorten huwelijkse voorwaarden te herkennen: “koude uitsluiting”, “beperkte gemeenschap” en “verrekenbedingen”. Die 3 soorten kunnen ook zijn gecombineerd.

Huwelijksvoorwaarden maken een echtscheiding vaak erg ingewikkeld. In tegenstelling tot een huwelijk in gemeenschap van goederen moet met de huwelijksvoorwaarden en de wet in de hand een opstelling worden gemaakt over wat nu moet worden verdeeld en/of moet worden verrekend. Meestal leidt dit tot het nodige “speurwerk”.

Download kosteloos mijn e-book: "Alles over scheiden"

Het complete handboek voor mensen die gaan scheiden.
Ik respecteer uw privacy,
er worden geen gegevens van u gevraagd.
Download e-book

Daarnaast geldt dat de meeste huwelijksvoorwaarden niet uitblinken in duidelijkheid. Los nog van het feit dat veel mensen zich geeneens meer herinneren waarom zij huwelijksvoorwaarden hebben laten opstellen. Het meest gehoorde argument is “omdat hij (of zij) een eigen zaak wilde beginnen”. Als er dan ook nog eens sprake is van niet uitgevoerde verrekenbedingen, dan wordt het helemaal ingewikkeld. Daarover is jarenlang veel over geprocedeerd en dat heeft weer geleid tot aanvullende wetgeving waaronder artikel 1:141 BW.

Huwelijksvoorwaarden: Koude uitsluiting

Er is sprake van “koude uitsluiting” als de echtgenoten in hun huwelijkse voorwaarden hebben geschreven dat er geen enkele gemeenschap van goederen zal ontstaan. Dit betekent dat vermogensrechtelijk het vermogen op naam van een de betreffende echtgenoten privévermogen is. Als er verder niets aanvullends is overeengekomen (zoals een verrekenbeding) dan gelden dergelijke huwelijksvoorwaarden als “koude uitsluiting”. Aan het einde van het huwelijk behouden de echtgenoten hun privévermogen en dat is het.

Wel kunnen er “eenvoudige gemeenschappen” zijn ontstaan, door bijvoorbeeld de gezamenlijke aankoop van een woning en inboedelgoederen. Die eenvoudige gemeenschappen dienen bij echtscheiding te worden verdeeld. Ik kan u helpen om dit inzichtelijk te maken.

Huwelijksvoorwaarden: Beperkte gemeenschap

Er is sprake van een beperkte gemeenschap, als de echtgenoten in hun huwelijksvoorwaarden allereerst hebben omschreven dat er geen algehele gemeenschap van goederen zal ontstaan. Daarbij hebben de echtgenoten in hun huwelijksvoorwaarden omschreven welke goederen wel gemeenschappelijk zijn. Je komt regelmatig tegen dat er bijvoorbeeld een gemeenschap van inboedel of woonhuis is. Die gemeenschappen dienen dan te worden verdeeld bij echtscheiding.

Huwelijksvoorwaarden: Verrekenbeding

Bij huwelijksvoorwaarden met verrekenbedingen, hebben de echtgenoten in hun huwelijkse voorwaarden geschreven dat er geen enkele gemeenschap van goederen zal ontstaan. Dit betekent dat vermogensrechtelijk het vermogen op naam van een de betreffende echtgenoten privévermogen is en blijft.

Daarbij kunnen de echtgenoten in hun huwelijksvoorwaarden bijvoorbeeld hebben bepaald, dat zij alle privévermogensbestanddelen bij einde van het huwelijk zullen verrekenen “als ware er een gemeenschap van goederen” bestaat. Dit betekent dus dat de echtgenoten aan het einde van het huwelijk doen alsof alles in waarde gemeenschappelijk is en dat dus moet worden verrekend, zodanig dat beide echtgenoten een gelijke waarde hebben verkregen. Zo’n beding wordt een finaal verrekenbeding genoemd.

Ook kom je vaak een periodiek verrekenbeding tegen. In zo’n beding bepalen de echtgenoten bijvoorbeeld dat zij jaarlijks hun “overgespaarde inkomsten” zullen verdelen. In de praktijk zie je, dat dergelijke bedingen nauwelijks door echtgenoten worden nageleefd. Een uiterst vruchtbare voedingsbodem voor juridisch gedoe. Er is dan ook zeer veel over geprocedeerd. Uiteindelijk heeft de wetgever bepaald dat als de echtgenoten niet jaarlijks hebben verrekend, dat dan er alsnog bij einde van het huwelijk finaal moet worden afgerekend. Dit is vastgelegd in artikel 1:141 BW. Maar ook deze wetgeving geeft voldoende aanknopingspunten voor gedoe en zoals ik dat noem “speurwerk”. Ik kan u daarbij helpen.

Vragen?

Heeft u vragen over uw specifieke situatie, belt u mij dan gerust. Natuurlijk kunt u mij ook een e-mail of WhatsApp-bericht sturen. Bovenin dit scherm ziet u alle contactmogelijkheden. Ik ben ook buiten reguliere kantooruren bereikbaar. Dus ook in de avond en in het weekend.

Het geheim van verandering is om al je energie niet te richten op het bevechten van het oude, maar op het opbouwen van het nieuwe. - Socrates