Als u getrouwd bent (of een geregistreerd partnerschap bent aangegaan) gelden de wetsartikelen die zijn opgenomen in Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek. In artikel 1:94 BW staat: “van het ogenblik der voltrekking van het huwelijk bestaat tussen de echtgenoten van rechtswege een gemeenschap van goederen”.
Op 28 maart 2017 is het wetsvoorstel “beperking van de wettelijke gemeenschap van goederen” door de Eerste Kamer aangenomen. Dit betekent dat voor huwelijken en geregistreerd partnerschappen die worden gesloten vanaf 1 januari 2018 gewijzigde wetgeving geldt.
Download kosteloos mijn e-book: "Alles over scheiden"
er worden geen gegevens van u gevraagd. Download e-book
Het huidige artikel 1:94 BW zorgt ervoor dat alle voorhuwelijkse bezittingen en schulden van de echtgenoten en alle bezittingen en schulden die zij tijdens het huwelijk hebben verkregen in de gemeenschap van goederen vallen. In geval van een echtscheiding worden alle bezittingen en schulden bij helfte verdeeld. Een uitzondering daarop is ondermeer een schenking of erfenis die ”onder uitsluiting” is verkregen.
Met ingang van de gewijzigde wet per 1 januari 2018, ontstaat bij het aangaan van het huwelijk of een geregistreerd partnerschap een beperkte gemeenschap van goederen. Bezittingen en schulden die de echtgenoten voor het aangaan van het huwelijk al hadden blijven privé. Alleen de bezittingen en schulden die tijdens het huwelijk worden verkregen worden gemeenschappelijk en dienen in geval van een echtscheiding te worden verdeeld.
Ik verwacht dat deze gewijzigde wetgeving gaat leiden tot meer gedoe bij echtscheidingen. Zo zullen de echtgenoten bij aanvang van hun huwelijk goed moeten administreren wat zij aan bezittingen en schulden hebben. Ook zullen de echtgenoten periodiek bij elkaar moeten gaan zitten om zo de mutaties te bespreken en vast te leggen. En of het bijhouden van een administratie genoeg zal zijn is nog maar de vraag. De rechtspraak zal zich ook daarover nog moeten gaan uitspreken.
Vragen?