Veel huwelijkse voorwaarden kennen een zogenoemd ‘periodiek verrekenbeding’. De uitleg en de afwikkeling van een periodiek verrekenbeding na scheiding is één van de meest lastige zaken in de afwikkeling van een scheiding. Er is veel rechtspraak over geweest en met ingang van 1 september 2002 is de Wet regels Verrekenbedingen van toepassing, waar ook de periodieke verrekenbedingen onder vallen. Deze wet is van toepassing op huwelijkse voorwaarden, ook al zijn deze eerder gesloten dan de inwerkingtreding van de wet.

Het eerste wat van belang is, is of je jaarlijks hebt verrekend. Als dit het geval is, hoeft bij het einde van huwelijk niet meer verrekend te worden, behalve wellicht over het afgelopen jaar. Indien je niet jaarlijks verrekend hebt, geldt het navolgende.

Overeenkomst

Als uitgangspunt geldt wat je bent overeengekomen in de akte van huwelijkse voorwaarden. Dit is immers niet meer en niet minder dan een contract tussen jullie als echtgenoten. Indien sprake is van een tijdens het huwelijk door jullie niet uitgevoerd periodiek verrekenbeding van overgespaarde inkomsten, is de eerste stap om te bekijken in de huwelijkse voorwaarden hoe het begrip inkomsten is gedefinieerd. Je komt in huwelijkse voorwaarden verschillende inkomensbegrippen tegen.

Indien een van de partners ondernemer is, kan het begrip inkomen nogal eens tot discussie leiden. Veelal wordt onder ‘inkomen’ dan verstaan: de reële arbeidsbeloning welke wordt genoten / in alle redelijkheid zou kunnen worden genoten uit het door een echtgenoot uitgeoefend zelfstandig beroep of bedrijf. Aangezien er in veel gevallen geen sprake is geweest van een reële arbeidsbeloning bij met name DGA’s, betekent dit ook dat de partner van de ondernemer jaarlijks teveel heeft bijgedragen in de kosten van de huishouding. In dergelijke gevallen zou berekend kunnen worden welke vergoedingsvordering er is ontstaan ter zake het niet naar evenredigheid van het reële arbeidsinkomen bijdragen in de kosten van de huishouding. Voor de DGA kan sprake zijn van ‘opgepotte winsten’ die mogelijk vallen onder de verrekenregels.

Wat  moet er verrekend worden?

In de huidige wet is een bewijsvermoeden neergelegd (artikel 1:141 lid 3 BW). Dit bewijsvermoeden houdt in dat al het aanwezige vermogen in beginsel verrekend dient te worden, tenzij tegenbewijs wordt geleverd dat het goed niet voor het geheel of voor een deel verworven of gefinancierd is met de overgespaarde inkomsten. Alleen zaken die tijdens het huwelijk in eigendom zijn verkregen, vallen onder het verrekenbeding. Is een woning bijvoorbeeld al voor het huwelijk in eigendom verkregen, dan vindt in beginsel geen verrekening plaats van de waarde van de woning.

Artikel 1:141 BW

  1. Indien een verrekenplicht betrekking heeft op een in de huwelijkse voorwaarden omschreven tijdvak van het huwelijk en over dat tijdvak niet is afgerekend, blijft de verplichting tot verrekening over dat tijdvak in stand en strekt deze zich uit over het saldo, ontstaan door belegging en herbelegging van hetgeen niet verrekend is, alsmede over de vruchten daarvan.
  2. Indien een verrekenplicht betrekking heeft op een in de huwelijkse voorwaarden omschreven tijdvak van het huwelijk, dan eindigt die verrekenplicht op het tijdstip zoals in artikel 142 bepaald, als dat tijdvak nog loopt.
  3. Indien bij het einde van het huwelijk aan een bij huwelijkse voorwaarden overeengekomen periodieke verrekenplicht als bedoeld in het eerste lid niet is voldaan, wordt het alsdan aanwezige vermogen vermoed te zijn gevormd uit hetgeen verrekend had moeten worden, tenzij uit de eisen van redelijkheid en billijkheid in het licht van de aard en omvang van de verrekenplicht anders voortvloeit. Artikel 143 is van overeenkomstige toepassing.
  4. Indien een echtgenoot in overwegende mate bij machte is te bepalen dat de winsten van een niet op zijn eigen naam uitgeoefende onderneming hem rechtstreeks of middellijk ten goede komen, en een verrekenbeding is overeengekomen dat ook ondernemingswinsten omvat, worden de niet uitgekeerde winsten uit zodanige onderneming, voor zover in het maatschappelijk verkeer als redelijk beschouwd, eveneens in aanmerking genomen bij de vaststelling van de verrekenplicht van die echtgenoot, onverminderd het eerste lid.
  5. Het vierde lid is van overeenkomstige toepassing, indien een echtgenoot op eigen naam een onderneming uitoefent.
  6. De vordering tot verrekening, bedoeld in het eerste lid, verjaart niet eerder dan drie jaren na de beëindiging van het huwelijk dan wel het onherroepelijk worden van de beschikking tot scheiding van tafel en bed. Deze termijn kan niet worden verkort.

Zaken die zijn aangebracht voor het huwelijk, die eventueel op de staat van aanbrengsten staan aangegeven, en de daarvoor in de plaats gekomen goederen vallen niet onder de verrekening. Zaken die of door een schenking of uit nalatenschap al dan niet onder uitsluitingclausule zijn verkregen, vallen eveneens niet onder het verrekenbeding.

Samengevat

Echtgenoten in wiens huwelijksvoorwaarden een periodiek verrekenbeding is opgenomen welke niet is nagekomen, dienen aan het einde van het huwelijk alsnog met elkaar af te rekenen. Gevoelsmatig komt dit voor scheidende mensen neer op het ‘verdelen als ware er een gemeenschap van goederen’. Mijn ervaring is dat dit tenminste voor een van de partners een niet welkome boodschap is. In overleg kan natuurlijk worden afgeweken van de verrekenregels, maar dan moet het voor partijen eerst duidelijk zijn, waar zij staan en waar zij aanspraak op kunnen maken. Dat behoefte een nauwkeurige, financiële uiteenzetting en meestal ook het nodige aan ‘speurwerk’.

Arnoud Oostveen

Ik ben gespecialiseerd in de analyse van de huwelijkse voorwaarden en het bepalen van de impact van de wettelijke verrekenregels. In voorkomende gevallen waarbij ondernemers zijn betrokken, zal een Register Valuator worden ingeschakeld, die de redelijke arbeidsbeloning en de omvang van het te verrekenen ondernemingsvermogen vaststelt.

Als je in de positie verkeert dat je gaat scheiden en je hebt huwelijkse voorwaarden, dan doe je er goed aan om een financieel specialist in te schakelen. Iemand die zich volledig focust op alles wat een scheiding aangaat. Emotioneel, financieel fiscaal en juridisch. Ik ben zo’n specialist. Neem gerust eens contact op voor een vrijblijvend kennismakingsgesprek. Dan kunnen we onderzoeken of het klikt en of we elkaar begrijpen.

Het geheim van verandering is om al je energie niet te richten op het bevechten van het oude, maar op het opbouwen van het nieuwe. - Socrates